Bedrijfsruimte is de zuurstof voor onze economie
Reactie Voka - KvK Limburg op provinciale studie RuBeLim 2.0
24 juli 2025
De provincie onderzocht met de studie RuBeLim 2.0 (Ruimte voor Bedrijvigheid in Limburg) waar mogelijke ruimte is voor nieuwe regionale bedrijvigheid. De studie RuBeLim 2.0 is uitgevoerd door VITO en werd afgestemd met een brede stuurgroep waaraan ook Voka - KvK Limburg deelnam.
De focus die de provincie legt op het vrijmaken van extra ruimte voor ondernemingen in Limburg is een stap in de juiste richting. "Bedrijfsruimte is de zuurstof voor onze economie: zonder voldoende ruimte kunnen ondernemingen niet groeien, niet investeren en geen nieuwe jobs creëren", aldus Johann Leten, gedelegeerd bestuurder Voka - KvK Limburg.
Vandaag ligt bijna de helft van het actieve aanbod bedrijfsruimte in Vlaanderen in Limburg, maar dit aanbod daalt zienderogen. Onze nieuwe Voka-paper toonde al aan dat binnen twee jaar elke beschikbare hectare bedrijfsgrond in Limburg zal zijn opgebruikt.
De studie RuBeLim 2.0, waarbij strategische zones zoals Bilzen-Hoeselt, Zonhoven en Bree worden onderzocht, sluit mooi aan bij deze analyse. Het is goed dat de provincie nadenkt over duurzame uitbreiding, maar we moeten ook durven vooruit te kijken. Nieuwe terreinen creëren en onbenutte terreinen activeren zijn cruciaal om Limburg klaar te maken voor de toekomst.
We hebben bovendien een unieke troef: Limburg is de enige provincie in Vlaanderen die nog bedrijfsgronden van 20 tot 50 hectare heeft. Deze grotere percelen zijn bijzonder aantrekkelijk voor investeerders en innovatieve bedrijven die hier willen groeien. We moeten dat potentieel actiever benutten.
Wij steunen de drie sporen die de provincie voorstelt – optimalisering van bestaande terreinen, ruimte geven aan verweefbare bedrijven in kernen en ruilen van minder geschikte percelen – maar benadrukken dat dit onvoldoende zal zijn zonder structurele uitbreiding van bedrijventerreinen. Limburg staat op een kantelpunt. "We moeten nu durven investeren in ruimte voor ondernemerschap, anders missen we de economische trein", besluit Leten.
