Limburgse economie in eerste kwartaal opnieuw aangetrokken
Conjunctuurbarometer Voka - KvK Limburg
25 april 2024
Uit onze conjunctuurbarometer kunnen we afleiden dat in de loop van het eerste kwartaal de economische activiteit in Limburg terug is aangetrokken. De conjunctuurterugval, die de provincie sinds midden 2023 in zijn greep hield, lijkt daarmee tot het verleden te behoren. Positief is ook dat deze expansieve tendens tijdens het tweede kwartaal zich verder doorzet en begint pas tegen het einde van de zomer aan slagkracht te verliezen. Op basis van de momenteel beschikbare informatie is het nog onduidelijk of het hier gaat om een tijdelijke groeivertraging, dan wel om een zich aandienende lokale conjunctuurtop. Vooral de deelindicator arbeidsmarkt blijft grillig. Als we kijken naar de afgelopen legislatuur is de werkgelegenheid in België met 4,4% toegenomen in vergelijking met eind 2019. Dat is duidelijk beter dan het Europese gemiddelde (2,7%). Echter, in schril contrast staat de werkzaamheidsgraad in België die tot de laagste van Europa behoort én de voorbije legislatuur werd onze achterstand op het Europese gemiddelde zelfs groter. Er werden dan ook weinig concrete maatregelen genomen om de doelstelling van 80% werkzaamheidsgraad tegen 2030 te bereiken.
"Cijfers van de federale overheid leren ons dat een werkzaamheidsgraad van 80% zo’n 11 miljard euro extra oplevert voor onze schatkist. Dit is mooi, maar onvoldoende. Als we ons systeem betaalbaar willen houden, moeten we meer focussen op productiviteitsgroei. De daling van de productiviteitsgroei zien we in de hele geïndustrialiseerde wereld omwille van de shift van industrie naar diensten, maar in België gaat het sneller omwille van de hoge administratieve lasten, de vergunningenproblematiek, files en besparingen op de overheidsinvesteringen. Dit thema moet hoger op de verkiezingsagenda", aldus Johann Leten, gedelegeerd bestuurder Voka - KvK Limburg.
Bijna kwart meer starters in maart dan jaar geleden
In maart mochten we 666 nieuwe starters verwelkomen in Limburg. Dat is traditioneel minder dan in februari, maar wel bijna een kwart beter dan de 540 starters in 2023. Dit is tevens de derde maand op rij dat we groei mochten optekenen. Het eerste kwartaal is voor de Limburgse starters alvast succesvol te noemen.
Export: broos herstel in maart
In maart werden 1793 exportcertificaten uitgereikt, d.i. 21.7% meer dan in februari. Ondanks deze toename blijft het activiteitsniveau nog steeds -3.9% onder het maandgemiddelde. Het is eveneens geleden van 2014 dat in maart nog minder attesten verstrekt werden (1555). Tot september vlakt de trend volledig uit rond 1550 attesten. Dit trendverloop is vrijwel identiek aan dat van een jaar geleden. De year-to-year differential wordt met -0.9% licht negatief. De exportwaarde groeit in maart met 2.3% aan tot €89.8 miljoen en belandt zo 2.7% boven het maandgemiddelde. In de loop van de volgende zes maanden lijkt de exportwaarde te stagneren rond €87.5 miljoen. In de corresponderende periode van vorig jaar was nog een significant neerwaartse tendens aan de orde. De year-to-year differential blijft positief (4.1%) maar krimpt wel gevoelig ten opzichte van vorige maand (7.4%).
Omvangrijke maand-tot-maand toename voor de bouw
In december (recentste data) werden 553 bouwvergunningen uitgereikt of 38.6% meer dan in november. Dit is de op één na meest omvangrijke maand-tot-maand expansie die in de periode sinds 2010 in december geregistreerd werd. De niet-residentiële bouw laat met +90.7% voor de nieuwbouw en +100% voor de renovatie de sterkste expansiecijfers optekenen. Voor de residentiële nieuwbouw (+52.9%) en de residentiële renovatie (+2.5%) blijft de aangroei beperkter. Dankzij deze tendensen belandt het totale aantal vergunningen 24.8% boven het maandgemiddelde. Tijdens het tweede en derde kwartaal wordt een overwegend dalende trendontwikkeling voorspeld.
Voor de residentiële nieuwbouw is deze tendens eveneens significant en beduidend sterker dan een jaar geleden. De niet-significante trends voor de residentiële renovatie en de niet-residentiële nieuwbouw verlopen daarentegen veel vlakker dan vorig jaar. De niet-residentiële renovatie stevent eerder af op een stagnatie. Voor de totale markt resulteert een dalende trend met een iets sterkere neerwaartse intensiteit dan een jaar geleden. Alle year-to-year differentials blijven positief en drie onder hen worden ook substantieel groter. De marge voor de residentiële nieuwbouw verruimt van 5.9% naar 9.5%, die voor de residentiële renovatie van 1.9% naar 14% en die voor niet-residentiële nieuwbouw van 8.9% tot 27.9%. Alleen de differential voor de niet-residentiële renovatie valt terug van 22% tot 16.5%. Als gevolg van deze bewegingen verruimt de differential voor de totale markt van 4.9% tot 11.7%.
Lichte stijging bij verkoop voertuigen
Het aantal nieuwe voertuigen valt in maart 26.6% hoger uit dan in februari. Voor de zware vracht blijft de expansie beperkt tot 6.5%, voor de bedrijfsvoertuigen en personenwagens loopt die op tot 22.9% resp. 27.8%. Het totale volume nieuwe inschrijvingen belandt hiermee op 3961 stuks. Ondanks de sterke aangroei t.o.v. februari blijft het totale activiteitsniveau -5.9% onder het maandgemiddelde. De trends voor de bedrijfsvoertuigen en personenwagens verlopen tot september significant neerwaarts met een intensiteit die sterk vergelijkbaar is met die een jaar geleden. Het licht stijgende trendpatroon voor de zware vracht is vlakker dan vorig jaar en niet significant. De significant neerwaartse tendens in de verwachte verdere ontwikkeling van de totale markt is een perfecte kopie van wat zich vorig jaar manifesteerde. Alle year-to-year differentials blijven zowat status quo op het niveau van vorige maand. Deze maand belanden de marges voor bedrijfsvoertuigen, personenwagens en hoge vracht op respectievelijk -16.4%, 8.4% en -20.4%. Vorige maand werden hier waarden van -17.5%, 8.24% en -20.2% gerapporteerd. De differential voor de totale markt blijft positief (2.5%) en zeer dicht in de buurt van de 2.3% van vorige maand.
Relatief sterke terugval werkzoekenden
In maart werden -2.4% minder werkzoekenden geregistreerd dan in februari. Het gaat hier om een relatief sterke terugval. De impact van de schoolverlaters stuurt het aantal werkzoekenden tijdens de zomermaanden naar een seizoenaal maximum in augustus. Hiermee ontstaat voor beide geslachten over de periode april-september een opwaartse trend. Alle year-to-year differentials blijven positief maar krimpen gevoelig ten opzichte van vorige maand. De marge voor de mannen valt terug van 11.2% tot 7.4%, die van de vrouwen van 6.2% tot nog amper 0.3%. Met een maand-tot-maand toename van 30.7% belandt het aantal uitgeschreven vacatures in maart op 3158 of 28.8% boven het maandgemiddelde. Een eerder vlakke trend houdt het jobaanbod tot september stabiel rond een maandelijks gemiddelde van 2900 vacatures.
De year-to-year differential blijft sterk negatief (-9.3%) maar krimpt wel ten opzichte van vorige maand (-12.7%). Eind maart bleven nog 9477 vacatures openstaan of 2.2% meer dan in februari. Het totale niet ingevulde vacatures blijft nog steeds 119% boven het maandgemiddelde. De trend voor de volgende zes maanden is significant stijgend en verloopt ook steiler dan vorig jaar. Binnen dit scenario kan het aantal openstaande vacatures tegen september verder oplopen tot ruim 11000 eenheden, een vooruitzicht dat in de loop van de laatste maanden al herhaaldelijk geformuleerd werd. De year-to-year differential blijft positief (7.6%), maar zet de krimptendens ten opzichte van het recente verleden verder. Vorige maand en twee maanden geleden werden waarden van 9.2% resp. 13% gerapporteerd.
Toerisme: maandgemiddelden ruim overschreden
Binnen het toerisme laat het aantal aankomsten in december (recentste data) een aangroei optekenen met 6.3%. Voor het aantal overnachtingen gaat het om een krimp met -2.6%. Het aantal aankomsten overtreft het maandgemiddelde met 34.4%. Het aantal overnachtingen valt terug, maar blijft toch nog 32% boven het decembergemiddelde. Noteer dat de resultaten voor december 2023 net onder de recordwaarden binnen de decemberranking blijven. Beide indicatieve segmenten vertonen gedurende het tweede en derde kwartaal de klassieke significant opwaartse trend. De year-to-year differential voor de aankomsten blijft positief (1.7%) maar krimpt wel ten opzichte van vorige maand (2.1%). De marge voor de overnachtingen daarentegen verruimt van 1% tot 2.1%.
In februari (recentste data) nemen de bezettingsgraden van hotels en B&B’s toe met respectievelijk 7 en 6 procentpunten. De bezettingsgraad van de hotels belandt op 40%. De bezettingsgraad van de B&B’s strandt op 21%. Vanaf maart sturen significant opwaartse trends beide indicatoren naar hun maximumwaarde. Voor de hotels zou de maximale bezettingsgraad bereikt worden in augustus (73%), wat betreft de B&B’ situeert de topwaarde zich met 47% in juli. De trend voor de B&B’s is qua intensiteit erg gelijkaardig aan die van een jaar geleden, terwijl die voor de hotels beduidend krachtiger is dan destijds. De year-to-year differential voor de hotels blijft positief (2.17 procentpunten) en ondanks een lichte krimp toch nog sterk vergelijkbaar met die van vorige maand (2.8 procentpunten). De marge voor de B&B’s blijft negatief (-3.83 procentpunten) en verruimt ten opzichte van vorige maand (-2.83 procentpunten).
Einde persbericht